
Collaboratie
Voor de Duitsers
Tijdens de bezetting waren er mensen die de kant van de vijand kozen. Zij werden lid van de NSB, de Nationaal Socialistische Beweging, die voor de Duitsers was.
'NSB-club'
ADO Den Haag staat tijdens de oorlog bekend als een NSB-club. De meeste Nederlanders vinden dat NSB’ers landverraders zijn. Herman Choufoer, toen linksachter van ADO: ‘Soms merkte je aan hatelijke opmerkingen van tegenstanders dat ze ADO als een NSB-club beschouwden. Dat kwam omdat bij ons in het eerste elftal een speler openlijk zijn sympathie begon te betuigen voor de NSB. Dat was Gerrit Vreken. Soms reisde hij gehuld in een uniform naar uitwedstrijden. Ik zie hem nu nog voor me met zijn zwarte laarzen.’
'Ontsnappingsroute'
Gerrit Vreken heeft geen werk en wordt in 1940 opgeroepen voor werk in Duitsland. Zijn oom die lid is van de NSB, zegt dat hij zich beter kan melden voor de Arbeidsdienst. Dan kan hij in Nederland blijven. De Arbeidsdienst is door de Duitsers opgericht om de werkloosheid te bestrijden én om de Nederlanders te laten zien hoe goed het nationaal-socialisme is. Vreken: ‘Ik was achttien jaar en wist niets van politiek. Op die manier kon ik in Nederland blijven en dus blijven voetballen bij ADO. (…) Als je na het eerste jaar in de Arbeidsdienst wilde blijven moest je sympathiserend lid worden van de NSB. Daar heb ik lang over nagedacht. Maar ik zat in moeilijkheden, wat moest ik doen? Voor mij was en bleef het een ontsnappingsroute.’
IJzige stilte
‘Op een club van meer dan honderd mensen hebben er drie een foute keuze gemaakt: speler Gerrit Vreken, de secretaris en een erevoorzitter. Tot ver na de oorlog is ons team van ADO uitgemaakt voor Hitlerelftal, maar dat gaat echt te ver. Als medespelers hadden we soms ook moeite met Vreken. Er viel vaak een ijzige stilte als hij binnenkwam in uniform. We speelden hem dan niet graag de bal toe.’
Dolf Niezen, keeper van ADO
Vechtpartijen
‘Een keer zijn een paar supporters van ons mee naar Den Haag gereisd met de bedoeling om een stel ADO-supporters van wie ze wisten dat ze NSB’ers waren in elkaar te slaan. Dat heeft geleid tot hevige vechtpartijen op de tribune.’
Douwe Wagenaar, van De Volewijckers uit Amsterdam
Ajax
ADO komt bekend te staan als NSB-club, maar er spelen ook NSB’ers bij andere clubs. Harry Pelser bijvoorbeeld, die van 1939 tot 1944 voetbalt in het eerste elftal van Ajax. Zijn vader Joop speelde voor de oorlog bij Ajax en is er bestuurslid. De Pelsers zijn een echt NSB-gezin. Vader Joop werkt vanaf 1942 bij de Duitse bank Lippman Rosenthal & Co, opgericht door de bezetter om de Joden te beroven van hun bezittingen. Ook Harry is lid van de NSB. Een ploeggenoot vertelt: ‘Hij was lid van de partij en ik heb hem wel eens de NSB-krant Volk en Vaderland zien lezen.’ Maar zegt de ploeggenoot erbij: ‘Harry heeft geen mensen verraden.’ Harry vertelt later dat het in zijn gezin logisch was dat hij lid werd van de NSB. Zijn moeder meldde hem aan.
Oostfront
Gejus van der Meulen, keeper van het Haagse HFC, is voor de oorlog heel populair. Tussen 1924 en 1934 komt hij meer dan vijftig keer uit voor het Nederlands elftal. Naast voetballer is hij arts. In de oorlogsjaren raakt hij zijn populariteit snel kwijt. Al in de eerste bezettingsmaanden zijn Joodse patiënten niet meer welkom in zijn praktijk. In september 1940 wordt Van der Meulen lid van de NSB. In 1941 neemt hij dienst in het Vrijwilligers Legioen Nederland om voor de Duitsers te gaan vechten. Na een training in Duitsland wordt hij legerarts aan het oostfront. Veel Nederlandse vrijwilligers sneuvelen; Van der Meulen overleeft.
Kampioen
