Zeeman en vader
Wally van Hall groeide op in een Amsterdamse familie van bankiers en bestuurders. Maar hij wilde iets anders. Wally ging naar zee. Hij werd derde stuurman op de grote vaart bij de NV Koninklijke Hollandsche Lloyd. In 1929 bleken zijn ogen te slecht voor het zeemanswerk. Hij moest stoppen met het turen naar de einder, vertrok naar New York en werd alsnog bankier.
Terug in Nederland trouwde hij met Tilly den Tex, zijn grote liefde. Zij kregen drie kinderen. In maart 1940 werd hij compagnon in het bankiershuis Wed. J. te Veltrup & Zoon. Toen de oorlog uitbrak woonde het jongegezin in Zaandam. Wally ging bijna dagelijks naar de Amsterdamse effectenbeurs. Daar legde hij de contacten voor zijn werk als bankier van het verzet.