Verering en verwerking
Hannie - Herbegraven
Hannie's lichaam wordt kort na de oorlog opgegraven in de Kennemerduinen, op de plaats waar ze is doodgeschoten. Haar ouders horen dan pas dat hun dochter niet meer leeft. De schok is groot. Op 27 november 1945 wordt Hannie met 421 andere gefusilleerde verzetsstrijders herbegraven op de Eerebegraafplaats in Bloemendaal in aanwezigheid van koningin Wilhelmina, prinses Juliana en prins Bernhard.
Vereerd
Het leven van Hannie spreekt tot de verbeelding. Maar weinig vrouwen in het verzet grepen naar de wapens. Hannie is bovendien de enige vrouw die tijdens de oorlog in Nederland zelf is geëxecuteerd.
In 1956 verschijnt de roman 'Het meisje met het rode haar' van Theun de Vries, die in 1981 door Ben Verbong wordt verfilmd.
In 1982 wordt in Haarlem een monument ter ere van Hannie Schaft onthuld. Het beeld, ‘Vrouw in verzet’, is ontworpen door Truus Menger-Oversteegen, Hannies vriendin en verzetskameraad. Jaarlijks vindt bij het monument de Hannie Schaft-herdenking plaats.
Dat Hannies acties goed en heldhaftig waren lijkt onomstreden. Hannie wordt vereerd als Nederlands bekendste verzetsheldin.
Freddie - Teleurgesteld
Direct na de bevrijding gaan Freddie en Truus werken bij de Politieke Opsporingsdienst (POD). De POD is opgericht om mensen die met de Duitsers hebben samengewerkt te arresteren.
Freddie merkt dat sommige mensen uit Velsen die volgens haar ‘fout’ zijn geweest belangrijke functies gaan vervullen. De principiële Freddie stelt het aan de kaak, maar het wordt haar afgeraden om zich ermee te bemoeien. Freddie voelt zich als voormalig verzetsstrijdster niet serieus genomen en raakt heftig teleurgesteld. De ‘Velser Affaire’ wordt wel een schandaal, maar is nooit opgehelderd.
Dat blijft je altijd bij
Freddie probeert het gewone leven op te pakken. Ze trouwt en krijgt drie kinderen. Ze blijft er vol overtuiging achter staan dat ze verraders heeft gedood, maar het lukt haar niet om haar oorlogservaringen te vergeten. Ze voelt zich gedesillusioneerd en praat in het openbaar niet graag over haar tijd in het verzet.
Freddie: ‘Ik was toen nog heel jong. Eigenlijk een soort kindsoldaatje. Je gaat niet zomaar schieten. Ja, een schot lossen is makkelijk, maar als je dan iemand ziet vallen… Dat is niet prettig om te zien. Dat blijft je altijd bij.’
Truus - Naar buiten treden
In november 1945 trouwt Truus met Piet Menger, die ze kent uit het verzet. Ze krijgen vier kinderen. Hun oudste dochter noemen ze Hannie.
Ook Truus heeft het moeilijk met haar oorlogservaringen. Ze krijgt last van nachtmerries. Maar de stoere doorzetter Truus blijft strijdbaar en treedt juist wél naar buiten met haar oorlogservaringen.
Ze geeft er talloze interviews over, schrijft een boek en verwerkt haar ervaringen in beeldhouwwerken. Ze maakt veel monumenten ter nagedachtenis van oorlogsslachtoffers, waaronder het Hannie Schaft-monument in Haarlem. Ook spreekt ze over haar oorlogservaringen voor scholieren en studenten.
Strijdbaar
Truus ziet haar naoorlogse werk als een voortzetting van haar strijd tegen racisme en discriminatie. Zij blijft staan achter haar keuze om verraders dood te schieten. Toch spreekt ze daarover met groeiende tegenzin: ‘Ik vind het zo jammer dat ik altijd moet praten over dat doodschieten. Als ik voor de jeugd spreek, heb ik het er nooit over. Wie leert daar wat van? Er zijn nog steeds dingen waarvoor we willen strijden. Maar niet met wapens.’