Schaarste
Al voor de bezetting bestond in Nederland een distributiesysteem om schaarse levensmiddelen eerlijk te verdelen. Tijdens de bezetting daalt het levenspeil. Invoer over zee is onmogelijk, de productie in Nederland daalt en veel Nederlandse goederen worden naar Duitsland afgevoerd. Echte koffie, thee en tabak zijn al snel bijna niet meer te krijgen en worden vervangen door surrogaatproducten van mindere kwaliteit.
Op de bon
Om te zorgen dat iedereen toch voldoende voedsel en kleding kan kopen bestaat er een distributiesysteem waarbij tegen inlevering van een bon een bepaalde hoeveelheid van een product of een kledingstuk kan worden verkregen.
In de uitgebreide dossiers voedsel en schaarste is veel meer over deze onderwerpen te lezen.
Zwarte handel
Door deze schaarste ontstaat een zwarte handel in moeilijk te krijgen goederen. Sommige zwarthandelaren maken grote winsten. De naam zwarte markt is een directe Nederlandse vertaling uit het Duits. In Nederland heet het eerst 'sluikhandel'. De Duitsers zijn erg tegen de zwarte handel en het zonder toestemming slachten van vee.
De sluikhandel geeft de Duitsers een mooi excuus: dat er schaarste is komt niet door de Duitsers maar door de zwarthandelaren! Als de zwarte handel verdwijnt is er voldoende voor iedereen! Met posters verspreidt de Duitse bezetter die boodschap.
Vervoer
Door benzinegebrek rijden er bijna geen auto’s meer. Bussen, auto's en zelfs sommige brommers rijden met een gasgenerator. Daarin worden kolen of hout omgezet in gas. Op dat gas draait de motor. Bussen hebben daarom een soort aanhangwagen waar de generator op staat.
Sommige auto's rijden met een enorme ballon gas op het dak. Voor taxi's worden paarden gespannen. Trams en treinen rijden minder vaak en worden steeds voller. Door het tekort aan rubber verschijnen er fietsen met houten banden of fietsen met massief rubberen banden (gemaakt van oude autobanden) en met stepwielen (uiteraard alleen bij het voorwiel).