Jodenvervolging
Onder het bewind van de nazis, voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog, worden de Joden in Europa gediscrimineerd, mishandeld, vermoord en vanaf 1941 systematisch vernietigd, wat de Holocaust (letterlijk 'brandoffer') wordt genoemd. Circa 6 miljoen Joden worden uiteindelijk vermoord.
Ook de meeste Nederlandse Joden (ong. 102.000) worden in vernietigingskampen als Auschwitz en Sobibor om het leven gebracht.
Zondebok: Joden zijn de schuld
Volgens de nazi's in Duitsland zijn Joden slechte mensen, die de schuld hebben aan alles wat er niet goed gaat. Is er werkloosheid, of armoede... de Joden hebben het gedaan. Ze worden tot zondebok gemaakt.
Een veelgebruikt woord voor Jodenhaat is 'antisemitisme'. De Jodenhaat wordt in Nederland aangewakkerd door boekjes en affiches waarin de Joden als rijk en gierig of als minderwaardig en onderontwikkeld worden afgeschilderd. Zie ook artikel Duitse propaganda.
Antisemieten
'ALS IK EENMAAL MACHT HEB', zei Hitler, de leider van de nazi's, tegen een journalist in 1922, 'DAN IS MIJN EERSTE EN VOORNAAMSTE TAAK VERNIETIGING VAN DE JODEN'.
Hitler en de nazi's zijn antisemieten: ze haten de Joden. Ook in Nederland zijn er wel antisemieten, maar veel minder dan in Duitsland.
Registreren?
In januari 1941 moeten alle Joden in Nederland zich aanmelden bij hun gemeente voor registratie. Dat wil zeggen dat er in de officiële administratie komt te staan dat ze Joods zijn. In het persoonsbewijs wordt een grote letter 'J' gestempeld.
Vrijwel iedereen gehoorzaamt. Want wat gebeurt er als je weigert? En waarom zou je niet uitkomen voor je afkomst? De registratie maakt het de Duitsers echter makkelijker om de latere maatregelen tegen de Joden uit te voeren.
'Wij waren immigranten uit Polen en onze gegevens als Jood stonden in Nederland nergens vermeld. Ik probeerde mijn vader ertoe over te halen ons niet als Joden te laten registreren. Anderen vonden juist dat we trots moesten zijn op onze afkomst. De loyaliteit aan onze afkomst gaf uiteindelijk de doorslag.'
Milo Anstadt, Amsterdam
Jo Spier
'Toen de registratieplicht voor Joden kwam, zagen we geen andere uitweg dan hieraan te voldoen. Ja, je zou kunnen zeggen dat we dit bevel gewoon hebben opgevolgd. We wisten natuurlijk ook niet wat ons te wachten stond. Niemand kon vermoeden dat vernietigingskampen de uitkomst zouden zijn.'
Jo Spier, typograaf, Amsterdam
(Valse) persoonsbewijzen
In de loop van 1941 wordt het persoonsbewijs ingevoerd. Iedereen vanaf 15 jaar moet het bij zich dragen. Zo kunnen de Duitse bezetters de Nederlanders beter controleren. En makkelijker zien wie er Joods is, want in hun persoonsbewijs staat een 'J' gestempeld.
Het verzet gaat echter over tot het maken van valse persoonsbewijzen om de Duitsers tegen te werken.
Zonder 'J'
Op dit vervalste persoonsbewijs van dezelfde man is de 'J' verwijderd.
In een vals persoonbewijs wordt natuurlijk veel meer veranderd dan alleen de 'J'. Om te zorgen dat er bij een controle minder makkelijk ontdekt kan worden wie je echt bent, krijg je een Nederlanse naam, een andere geboortedatum en geboorteplaats, enzovoorts. Een geheel nieuwe identiteit.
Verboden voor Joden
Er worden steeds meer maatregelen tegen de Joden ingevoerd. Zo worden de Nederlandse Joden stap voor stap afgezonderd van de rest van de bevolking. Allerlei plekken worden 'Voor Joden verboden'. Ze mogen niet meer in de tram, niet meer in zwembaden, parken en theaters. En dierentuin Artis is bijvoorbeeld ook verboden voor Joden. Er komen zelfs aparte Joodse scholen.
Joodsche Raad
De Joodsche Raad wordt opgericht in februari 1941. Het is een 'eigen Joods bestuur' dat allerlei opdrachten van de Duitse bezetter opvolgt en uitvoert.
De Joodsche Raad moet bijvoorbeeld aangeven wie er weggevoerd worden. Een heel moeilijke positie dus. Als je dit weigert word je eigen gezin bijvoorbeeld weggevoerd...
Toch weet de Joodsche Raad soms te voorkomen dat mensen gedeporteerd worden. In totaal duiken 28.000 van de 140.000 Nederlandse Joden onder. Een derde van die 28.000 wordt alsnog opgepakt en vermoord.
Jodenster
Eind april 1942 moeten alle Joden vanaf zes jaar een Jodenster of Davidster dragen. De ster moet zichtbaar op de kleding zijn genaaid zodat je hem er niet zomaar kunt afhalen. Zo zijn de Joden heel gemakkelijk te herkennen. Je moet de sterren zelf kopen: ze kosten vier cent per stuk én voor vier sterren moest je ook een distributiebon inleveren.
Melden
Na het invoeren van de Jodenster beginnen in de zomer van 1942 de eerste deportaties van Joden. Joden moeten zich melden op een verzamelplek, zogenaamd voor 'tewerkstelling in Duitsland'. Ze krijgen een lijstje met wat ze mee moeten nemen.
Uit huis gehaald
Ondanks harde dreigementen melden veel mensen zich niet. Zij worden bij razzia's zomaar uit hun huizen gehaald. De Amsterdamse Joden worden verzameld in de Hollandsche Schouwburg. Dit is om de hoek bij het Verzetsmuseum.
Trudel van Reemst
'Ik heb overwogen om me niet te melden, maar door mijn illegale werk leek het me verstandig het toch te doen. Ik wilde zo legaal mogelijk lijken. Achteraf is het ontzettend stom geweest. Als ik me niet had gemeld, had er geen haan naar gekraaid.'
Trudel van Reemst, verpleegster, Vlaardingen
Hollandsche Schouwburg
Tussen augustus 1942 en november 1943 gebruiken de Duitsers de Hollandsche Schouwburg als verzamelplaats voor Joden die gedeporteerd worden.
De Schouwburg ligt aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam, en was voorheen een theater. Van deze onheilsplek worden de Nederlandse Joden eerst naar Westerbork vervoerd, en van daar naar vernietiginskampen in Duitsland en het bezette Polen.
Binnenplaats
Deze foto is illegaal genomen vanuit een woning aan de achterkant van de Hollandsche Schouwburg. Er zijn mensen te zien op de binnenplaats van de Schouwburg, terwijl ze daar buiten vertoeven in afwachting op dat wat komen gaat.
Crèche
Tegenover de Hollandse Schouwburg ligt een crèche. Hier worden de Joodse kinderen uit de Schouwburg tijdelijk heen gebracht. Vanuit deze crèche worden op slinkse wijze een groot aantal kinderen weggesmokkeld.
De kinderen gaan naar onderduikadressen op het platteland. Zo overleven een aantal Joodse kinderen de oorlog. Zonder hun ouders.
Veel meer is hierover te lezen in het dossier:
Joodse kinderen gered uit de crèche
Onder beschutting van lijn 9
Het echtpaar Semmy en Joop Woortman (schuilnaam: Theo de Bruin) redt Joodse kinderen uit de crèche.
Semmy vertelt:
'Gewoon met kinderen de crèche verlaten was moeilijk, want voor de Hollandse Schouwburg aan de overkant stonden soldaten op wacht. Maar de hoofdzuster van de crèche, Virrie Cohen, ging voor de deur staan en waarschuwde ons als lijn 9 eraan kwam. Dan liepen wij de deur uit, ieder met een baby onder onze arm.
We holden met de tram mee door de Plantage Middenlaan en bij de halte stapten we in, hijgend en blazend. En die hele tram begon te lachen, want ze hadden het natuurlijk wel gezien, maar ze zeiden niets. Kijk, en dat is echt Amsterdam...'
Van Westerbork naar de gaskamers
Van Amsterdam worden de Joden naar doorgangskamp Westerbork in Drenthe gebracht. Van daaruit verdwijnen ze naar de vernietigingskampen in bezet Polen, zoals Auschwitz, Sobibor en Treblinka waar de meeste van hen in de gaskamers worden vermoord. Op dat moment weet haast niemand dat... Men denkt te moeten gaan werken 'ergens in het oosten'...
Telegram
Alfred Roozendaal verzendt op 9 november 1942 dit bericht (telegram) uit kamp Westerbork. Hij vraagt aan zijn van afkomst Duitse vrouw om zo spoedig mogelijk de verklaring te komen brengen waaruit blijkt dat zij 'arisch' is. Het 'arische ras' is volgens de Duitsers het goede ras. Alfred wil aantonen dat hij getrouwd is met een 'arische' vrouw, want als gemengd-gehuwde Jood hoeft hij dan voorlopig niet naar een concentratiekamp in Duitsland. Hij heeft uitstel tot 15 november dus de tijd dringt!
Briefjes uit de trein
Sommige mensen gooien briefjes aan familieleden uit de trein als ze op transport naar Duitsland worden gezet. Hopelijk worden ze gevonden door mensen die er dan voor zorgen dat ze hun bestemming bereiken. En soms gebeurt dat inderdaad.
Op 13 september 1944 vertrekt het laatste transport van Westerbork naar Auschwitz. Er zijn dan circa 107.000 Nederlandse Joden gedeporteerd, waarvan er 102.000 na de oorlog niet meer terugkomen.
Anne Frank
Anne Frank is 10 jaar als de oorlog begint. Op 12 juni 1942, op haar 13de verjaardag krijgt Anne van haar ouders een dagboek. Anne schrijft in haar dagboek op wat haar overkomt. Op 6 juli 1942 duikt de familie Frank onder in 'het achterhuis' van een grachtenpand aan de Prindsengracht in Amsterdam.
In augustus 1944 worden ze verraden en toch ontdekt. Dan worden Anne en haar familie naar Westerbork gedeporteerd; en van daaruit op 3 september 1944 naar Auschwitz.
In oktober 1944 worden Anne en haar zus Margot naar het concentratiekamp Bergen-Belsen overgebracht, waar ze uiteindelijk sterven aan vlektyphus in februari-maart 1945, vlak voor het kamp wordt bevrijd door Britse soldaten. Waar ze precies begraven liggen is niet bekend maar waarschijnlijk in één van de massagraven van het kamp.
Helpster Miep Gies
Miep Gies was een van de mensen die de familie Frank hielp toen deze zat ondergedoken in het Achterhuis aan de Amsterdamse Prinsengracht.
Miep kende de zusjes Anne en Margot Frank al van zeer jongs af aan. Toen Otto Frank na de oorlog als enige van de onderduikers in Amsterdam terugkeerde, hoorde hij al snel dat, behalve zijn vrouw ook zijn dochters waren omgekomen. Voor Miep was dit het moment waarop ze Otto het door haar veiliggestelde dagboek van Anne (Het Achterhuis) overhandigde. Otto heeft er toen voor gezorgd dat het dagboek van zijn dochter Anne is uitgegeven.