Crèche
Ik probeerde de kinderen boven de tien jaar op de grote slaapzaal rustig te houden. Ze waren helemaal van slag. Toen heb ik Het Boek voor de Jeugd van Theo Thijssen meegenomen en ben gaan voorlezen. Dat hielp. Een beetje.
Modern
De crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg is modern en goed ingericht. Er is zelfs een opleiding tot kinderverzorgster. De Joodse Henriëtte Henriquez Pimentel is vanaf 1926 de directrice. Zij heeft van de crèche een goed lopend verblijf gemaakt voor kinderen uit de buurt.
Bang
In 1942 verandert er veel. De crèche wordt een afdeling van de Hollandsche Schouwburg. Vanaf dat moment zijn er dag en nacht kinderen, van baby’s tot tieners. Af en toe komen Duitse bewakers binnenlopen. De kinderen zijn verdrietig, gespannen en bang. Ze zijn weg bij hun ouders, en weten niet wat er gaat gebeuren.
Ontsnappen
Er mogen alleen nog Joodse kinderverzorgsters werken. Zij doen hun best de kinderen zo goed mogelijk te verzorgen en gerust te stellen. Een paar verzorgsters werken mee aan een plan om zo veel mogelijk kinderen uit de crèche te laten ontsnappen. Dit plan is bedacht door Henriëtte Pimentel en medewerkers van de Joodse Raad.
Vondeling Remi
In oktober 1942 komt er een vondeling in de crèche. De kinderverzorgsters dopen het jongetje Remi, naar de hoofdpersoon van het beroemde boek Alleen op de wereld. Zijn achternaam wordt Van Duinwijck, naar de straat waar hij gevonden is. Hij wordt de lieveling van iedereen, maar ook van een van de Duitse bewakers. De man geeft hem zelfs een beer.
Remi kan niet meer onopvallend uit de crèche worden gesmokkeld. In april 1943 moet Remi ‘op transport’, de beer gaat mee. Remi wordt in het vernietigingskamp Sobibor vermoord. Zestig jaar later wordt Remi door zijn broer herkend. Toen pas bleek hoe Remi heette: Koenraad Huib Gezang.
Mijn grootouders en mijn moeder namen afscheid van mij in de crèche. Ik mocht niet van mijn bedje af en huilde vreselijk. Ik gilde: “Niet weggaan!!” Ik wilde zo graag met ze mee.
Salo Muller
‘Ik snapte er helemaal niets van. Mijn ouders waren aan de overkant in de Schouwburg maar ik mocht niet naar ze toe. Ik moest in een zaal vol met bedjes liggen. Het schijnt dat ik drie dagen lang alleen maar heb gehuild en geschreeuwd. Volledig ontroostbaar. “Wees nou stil”, zei een verzorgster alsmaar tegen me, “want je maakt iedereen aan het huilen.’
Salo Muller
Levi Hagenaar
‘In de crèche werden mijn zusje en ik van elkaar gescheiden. Ik voelde me heel alleen. Waar was mijn moeder? Wat ging er met mij gebeuren? En met mijn zusje? Ik lag op de slaapzaal toen de Duitsers onverwacht allemaal kinderen meenamen. Ik hield me zo stil mogelijk, en was ontzettend bang.’
Levi Hagenaar