Promovendi op het podium #4 Afke Berger
Het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en Verzetsmuseum Amsterdam presenteren Promovendi op het podium, een nieuwe lezingenreeks die licht schijnt op recent WO2-onderzoek en verrassende historische inzichten van de nieuwste lichting historici verbonden aan het NIOD.
Afke Berger- Een Führerstaat aan de Noordzee: Nederlandse nationaalsocialistische intellectuelen en hun staatkundige idealen
donderdag 18 april
aanvang 15.30 uur (inloop 15.00 uur)
Verzetsmuseum | Plantage Kerklaan 61 | Amsterdam
Referenten
Ismee Tames (NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies)
Remco Ensel (NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies)
Moderator
Martijn Eickhoff (NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies)
reguliere toegang
per lezing € 15 | passe partout € 45
toegang met korting
studenten, Vrienden van het Verzetsmuseum, Museumkaart- en Stadspashouders
per lezing € 10 | passe partout € 30
Synopsis
Niet alle Nederlanders ervoeren de de inval van nazi-Duitsland in mei 1940 als een schok. Sommigen zagen de kansen die de oorlog met zich meebracht. Johan Herman Carp, jurist, Spinozakenner en afdelingshoofd van de provinciale griffie van Zuid-Holland, was er een van. “De partijen-staat in Nederland is dood,” schreef hij een maand na het begin van de bezetting. “De herinnering aan zijn bestaan doet reeds onwezenlijk aan, voorzover zij de gedachte oproept aan een Volk, dat de volksverbondenheid verloren had. Hoe anders is het nu! Het besef een gesloten volksgemeenschap te vormen en te moeten vormen is in het Nederlandsche Volk gewekt; de ineenstorting van het oude heeft ons Volk zichzelf doen hervinden.” En, iets verderop: “De tijd voor de leidersstaat is gekomen, al is zijn vorm uiteraard nog onzeker.”
Carps woorden kwamen niet uit de lucht vallen. In de jaren ervoor was hij langzaamaan steeds meer in de ban geraakt van het nationaalsocialisme, en met hem een flink aantal andere Nederlandse intellectuelen. Gevoed door gevoelens van crisis en ondergang en beïnvloed door ontwikkelingen in Italië, Duitsland en de Sovjet-Unie, werd in de jaren twintig en dertig in verschillende nieuwe verenigingen en kranten vurig gesproken, gedebatteerd en geruzied over de mogelijkheden die deze ideologieën konden bieden voor een nieuw en ander Nederland. De basis ervan zou moeten liggen bij een volkomen nieuw staatsbestel. Met de Duitse inval leek de ruimte eindelijk daar om daadwerkelijk aan dit ideaal te bouwen. Voor Carp gold dit in het bijzonder: hij groeide tijdens de bezetting uit tot de belangrijkste nationaalsocialistische theoreticus van Nederland en als Hoofd van de NSB-afdeling Bestuurszaken en toezichthouder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten kreeg hij een stevige invloed op het openbaar bestuur.
Althans, op papier. De praktijk bleek soms behoorlijk weerbarstig, onbestuurbaar en teleurstellend voor Carp en de zijnen. Hoezeer dat het geval was, laat Afke Berger in deze lezing zien. Aan de hand van de werkzaamheden en geschriften van Carp en de kringen waarin deze zich voor, tijdens en na de bezetting bewoog, gaat ze dieper in op deze nationaalsocialistische intellectuelen en de totstandkoming, uitvoering en het ‘naoorlogse leven’ van hun staatkundige idealen. Met haar voorbeelden toont Berger wat de aantrekkingskracht van een ondemocratische beweging als het nationaalsocialisme voor intellectuelen was en kan zijn, en wat de impact van hun steun was op de ontwikkeling van deze ideologie in Nederland.
Afke Berger
Afke Berger is als promovendus verbonden aan het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en werkt aan een proefschrift over het functioneren van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en lokaal bestuur in Nederland tussen 1933 en 1946. In haar onderzoek kijkt ze naar de manieren waarop deze organisatie en de daaraan verbonden mensen zich al dan niet handhaafden, voor welke dilemma's zij zich gesteld zagen en hoe zij hun acties en positie legitimeerden.