Johannes Barend Greeven

O.l.v. Teun van Es werkten Joop Greeven en Jan Goedknecht mee aan de dood van Salomon de Miranda in kamp Amersfoort. Ze bekogelden hem met stenen en zand. Bloedend en bewusteloos werd hij in zijn uitwerpselen nog bij de appeèlplaats in een kruiwagen gebracht. De 3 mannen namen hem mee naar de wasinrichting en spoten ijskoud water op hem. Daarna heet water op zijn hartstreek net zo lang tot hij dood was. Dit is inmiddels uitgebreid onderzocht Het doet pijn dat deze joop greeven in jullie archief bijna als een soort verzetsheld wordt afgeschilderd.

Er is een dossier over J.B. Greeven in het het Code-archief Buitenlandse Zaken 1945-1954, toegang: 2.05.117, inv.nr. 27018. Daarin staat o.a. dat Het Buitengewoon Gerechtshof hem heeft vrijgesproken van de beschuldigingen van moord. Een onderzoekscommissie ingesteld op verzoek van Hoogovens (waar hij naar de oorlog werkte als opzichter) om te kijken naar zaken (zoals zware mishandeling) die het BG buiten beschouwing had gelaten - , kan niet tot een oordeel komen ("achten het bewijs van zodanige feiten niet voldoende bewezen"). Het dossier bevat veel getuigenverklaringen pro en contra Greeven.

Gevangenenkaart Joop Greeven

Johannes Barend Greeven (Joop) woonde bij het uitbreken van de oorlog aan de Vlaardingerdijk Beneden 219 in Schiedam, met zijn vrouw Sofia. Joop Greeven werkte op de scheepswerf Wilton-Feijenoord toen hij op 26-11-1940 door de SD werd gearresteerd vanwege lidmaatschap van verzetsgroep de Geuzen. Na gevangen te hebben gezeten in het Oranjehotel en kamp Schoorl, werd hij afgevoerd naar K.L. Buchenwald. Daar kwam hij op 9 april 1941 aan en werd geregistreerd onder nummer 5339. In deze periode werd het kamp in Schoorl gesloten en het P.D. Amersfoort geopend als nieuw doorgangskamp. Omdat de Duitse leiding van P.D. Amersfoort niet tevreden was over de eerste lichting prominenten en "Funktionshaeftlingen", zoals kampoudste en barakoudsten, die vanuit het zelfbestuur van de gevangenen waren aangewezen, werden vanuit K.L. Buchenwald 10 gevangenen overgebracht naar P.D. Amersfoort om daar een functie te gaan bekleden. Het zouden allen Geuzen zijn die al enige tijd in gevangenschap doorbrachten en dus de gang van zaken in een K.L. goed kenden. Een van hen was Joop Greeven, die door de gevangenen "Ome Joop" werd genoemd. Greeven werd blokoudste waarmee hij de leiding kreeg over de dagelijkse gang van zaken in een gevangenenblok. In een jaar tijd was Greeven van drie verschillende barakken blokoudste geweest. Greeven had de reputatie een strenge opzichter te zijn, een gedrongen man met een stevig postuur, die wel eens zijn vuisten kon gebruiken om discipline en gehoorzaamheid af te dwingen. Joop Greeven was ook enige tijd blokoudste van de barak waar de Russische krijgsgevangenen gehuisvest waren. Later zou Greeven ook blokoudste worden over de ziekenzalen. Met de tijdelijke sluiting van Kamp Amersfoort en de opening van Kamp Vught, werd Joop Greeven overgeplaatst met de laatste groep gevangenen uit Amersfoort in maart 1943. In Kamp Vught kreeg Greeven vrij snel een functie in de Postbarak. Op 26-05-1944 gaat hij weer op transport naar K.L.Dachau waar hij wordt geregistreerd onder nummer 68670. Hij maakt daar de bevrijding mee van K.L. Dachau en overleefde de oorlog. Na de oorlog wordt er een strafrechtelijk onderzoek naar hem ingesteld vanwege zijn optreden in o.a. kampen Amersfoort en Vught. Joop Greeven zou betrokken zijn geweest bij de mishandelingen van de joodse Amsterdamse wethouder Monne de Miranda in P.D.Amersfoort, welke de dood van De Miranda tot gevolg had.